Kritisch denken?!

Wat is dat eigenlijk?

Kritisch denken betekent dat je leert niet te snel alles te geloven of ergens over te oordelen, maar dat je zelfstandig blijft nadenken over of iets klopt, goed of fout is. Het gaat bij kritisch denken niet perse over jouw mening, maar over het hebben van voldoende informatie om een oordeel te kunnen hebben. Kritisch denken is een vaardigheid die je kunt trainen.


Niemand is blij met een schriftelijke cursus zwemmen. Er is misschien wel theorie over zwemmen, maar zwemmen leer je toch echt in het water. Dat geldt in feite ook voor kritisch denken. Je leert het pas als je het toepast in een echte situatie of aan de hand van iets in het echte leven. Kritisch denken is dus iets wat je moet toepassen, iets wat je moet doen.

Net als bij spieren die getraind worden en daardoor sterker worden, kun je de vaardigheid kritisch denken ook sterker maken en verder ontwikkelen. Hoe je dat kunt doen, lees je hieronder.

Zelf blijven nadenken

Vraag niet meteen aan anderen om oplossingen te bedenken voor jouw problemen. Neem in gedachten een stapje terug en bekijk het probleem of onderwerp van meerdere kanten. Je kunt je soms afvragen wat een ander in jouw situatie zou doen. Misschien kun je toch zelf een oplossing bedenken voor je eigen probleem.

Niet te snel een oordeel hebben

Herken je dat; dat je te snel een oordeel had over iets of iemand, maar dat je toen je meer informatie had eigenlijk moest toegegeven dat je het fout had? Onderzoek eerst zelf al het bewijs en verzamel zelf gegevens en informatie. Als je zelf alle relevante informatie hebt verzameld kun je betere beslissingennemen en eerlijker oordelen.

Niet alles dat anderen zeggen is waar

Veel mensen nemen de meningen van anderen klakkeloos over en vertellen dat vervolgens ook weer rond. Hierbij loop je het risico dat wanneer uitkomt dat de bron die je napraatte het fout had, jij ook aangekeken wordt voor deze fout. Bovendien is het niet erg netjes.. Stel vragen als je iets hoort en check of het waar is, voor je iets verder vertelt. En… sommige dingen kun je beter niet doorvertellen.. ook daar kun je beter eerste over nadenken; waarom vertel ik iets door?

Is alles dat in de media/krant gezegd wordt waar?

Kranten en andere media, zoals radio en tv, verspreiden informatie voor slechts één doel: zo hoog mogelijke kijk-, luister- en lezerscijfers. Dit betekent niet dat alles waar is! Zelf blijven nadenken dus..

Is jouw mening altijd de juiste?

Door met anderen te praten, te luisteren naar andere meningen en ervaringen te luisteren en door jouw mening te beargumenteren, verandert je mening soms. Is dat erg? Nee helemaal niet! Het betekent namelijk dat je groeit; je gaat zelf nadenken. Heel goed!

In gesprekken met anderen vind je de ware kennis.”
Socrates

Bron; Kompas21

– “Kritisch denken is weten wat je weet en weten wat je niet weet.”

– “Je bent je er eigenlijk niet zo van bewust op welke verschillende niveaus je allemaal kritisch kan nadenken”

– “Kritisch denken doe je met wat je hebt, de bronnen die je hebt en de kennis die je hebt.”

– “Kritisch denken is niet de ander overtuigen door jouw argumenten. Kritisch denken gaat over reflecteren op je eigen denken en daardoor jezelf beter leren kennen.”

– “Kritisch denken vraagt om meer dan open staan voor een ander zijn mening. Het vraagt om actief op zoek gaan naar andere perspectieven, om vervolgens bewuster en onderbouwd, eigen keuzes te maken.”

We passen kenmerken van kritisch denken toe op een casus waar we allemaal mee te maken hebben: Beroepsonderwijs in Nederland. Bij kritisch denken gaat het om het formuleren van jouw visie of mening. In deze les doen we dat aan de hand van de volgende stelling:

Als je goed bent in je vak, is een goede beroepshouding niet zo belangrijk”

Bij deze opdracht werken we in tweetallen. Een oordeel of een mening stel je nog even uit. Je krijgt in het tweetal de opdracht om aandacht te besteden aan de volgende deelopdrachten.

  1. Bedenk minimaal drie argumenten voor en drie argumenten tegen de stelling. Noteer de argumenten kort en bondig.

2 Verplaats je nu naar een werkgever. Wat zijn twee argumenten die een werkgever kan hebben over deze stelling?

3. Verwoord nu allebei je eigen standpunt.( ben je voor-of tegen de stelling?)

4. Kies individueel een sterk argument waarmee jij je mening ondersteunt. Door het opsteken van de groene of de rode kaart geef je aan of je voor-of tegen bent. De voorstanders vormen een groep, en de tegenstanders ook.

5. Zowel de voor-als de tegenstanders kiezen hun beste twee argumenten en iemand uit de groep die dit gaat verwoorden

6. Iemand uit de groep voorstanders houdt een kort betoog, en iemand uit de groep tegenstanders doet dat ook.

7. Studenten uit de twee verschillende groepen stellen elkaar nu vragen en doen een poging om feiten, meningen en interpretaties van elkaar te scheiden.

8. Individueel: Zijn er argumenten genoemd waardoor je bent gaan twijfelen of waardoor je zelfs van mening zou willen veranderen?

9. Welke conclusies kunnen jullie als groep trekken als het gaat om de stelling?

In welke mate werd de mening van een ieder in de groep gerespecteerd?

Wie heeft zijn of haar mening tijdens deze les geheel of gedeeltelijk bijgesteld?

Noem een situatie waarbij je de vaardigheid ‘kritisch denken’ beslist nodig hebt?

Meer over dit onderwerp?

Bron; 7.1.1.1(S) Kritsch denken|Kenmerken van kritisch denken, Routeplanner 3/4